HET DIGITAAL EN FYSIEK EVENWICHT
De overheidsmaatregelen tegen COVID-19 optimaliseren digitale relaties om fysiek contact met elkeen te vermijden. Samen met de technologische vooruitgang, voor de relatie tussen bedrijven en klanten tijdens deze crisis, is het essentieel dat ook de postinfrastructuur, treinstations en internationale luchthavens verder uitgebouwd worden.
Het is cruciaal het menselijke aspect niet uit het oog te verliezen. In de bedrijfswereld vergt dit een nieuwe personeels- en marketingaanpak als antwoord op de uitdagingen van een maatschappij die een bestaanscrisis kent.
Contact en fysieke ontmoetingen worden noodzakelijk. Hoogtechnologische communicatie zal steeds nodig zijn, met de hoogdringende 5G-dekking voor alle gewesten. Voor de infrastructuur inzake postdiensten en internationaal vervoer zijn even veel investeringen nodig, essentieel voor de veerkracht van onze samenleving.
De homo œconomicus bestaat niet
Niet besmet willen worden zorgt voor allerlei gedragsveranderingen. De getraumatiseerde burger dreigt selectiever en voorzichtiger te worden te worden in zijn knuffelcontacten. Zelf naar het loket gaan in de bank is niet meer evident. En thuislevering valt niet meer weg te denken.
Ook merkte de mens duidelijk dat hij geen zuiver rationeel wezen is. Hij moet nieuwe energie en inspiratie kunnen opdoen met, soms onbenullige contacten. Wij moeten tastbare cadeaus kunnen geven en krijgen, elkaar in levenden lijve zien en de fysieke nabijheid van steeds internationaler wordende gemeenschappen voelen.
COVID19 heeft vele bedrijven het belang doen inzien van alternatieven voor fysieke werkontmoetingen, aantonend dat technologieën en connectiviteit cruciaal zijn voor hun communicatie en marketing. Bijna geen enkele onderneming kan met haar partners enkel digitaal werken.
Een e-mail zal nooit een handdruk vervangen
ICT- en telecommunicatienetwerken trekken onze essentiële relaties door op virtueel niveau, professioneel als privé. Maar een afbeelding of een hologram van een doosje pralines zal nooit hetzelfde zijn als eentje van iemand of per post krijgen. Een icoontje van een ruiker bloemen is lang geen echt boeket dat je interieur opvrolijkt. Een elektronische handtekening is juridisch even waardevol als een handgeschreven exemplaar, maar schept niet dat diepgaande vertrouwen zoals met een fysieke handdruk.
Zelfs bij e-commerce moet de consument soms ook de sfeer kunnen opsnuiven en producten aanraken.
Bedrijven dienen te gaan naar een nieuw evenwicht met fysieke ontmoetingen, inclusief zakenreizen, in harmonie met hun digitale werkwijze.
Telecommunicatie, postdiensten en internationaal vervoer
Naast het internet zijn snelle en betrouwbare communicatie – van mens tot mens, van mens tot voorwerp – onlosmakelijk verbonden met vlotte internationale distributie- en vervoersdiensten.
We moeten beter in staat zijn om voorwerpen en documenten via de post te leveren. En onze activiteiten worden steeds internationaler door de kracht van communicatie- en distributienetwerken, meteen onontbeerlijke personenvervoer.
Meer digitalisering betekent niet noodzakelijk doorgedreven dematerialisering. Het gaat om een evolutie naar een andere materialiteit waarbij infrastructuurinvesteringen, zowel in telecommunicatienetwerken als in postdiensten en internationale vervoershubs, prioritair zijn.
Een nieuwe materialiteit
Deze investeringen zullen bepalen of we het beter doen wat gezondheid of milieubescherming betreft.
5G heeft hiervoor het potentieel en moet beschikbaar zijn in gans het land. Hetzelfde geldt voor innovatieve systemen die de laatste kilometers afhandelen bij de levering van online bestelde pakjes, performante postdiensten en virtuele “coronapaspoorten” voor gebruik op luchthavens, zoals de AOK Pass van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC).
Met de nieuwe materialiteit die technologieën ons bieden, moet de burger zijn diverse en soms tegenstrijdige ambities waar kunnen maken, gemeenschappen elkaar kunnen ontmoeten en de maatschappelijke en ecologische uitdagingen van de eeuw aangaan.
Deze dringende investeringen zijn onmisbaar voor het Belgisch economische concurrentievermogen, en onze veerkracht bij een nieuwe crisis.
Geschreven voor Volksbelang maart 2021